Geschiedenis
De gemeente dateert van eind 19e eeuw. De archivaris van De Wijngaard, Johan Blokland, beschrijft de ontstaansgeschiedenis als volgt:
De geschiedenis van deze gemeente begint eigenlijk met de lotgevallen van een zekere broeder Mulder, die in 1884 in Antwerpen arriveerde en in de Lange Winkelstraat een Protestantse kerk aantrof met als voorganger ds. J.H.C. Wagenaar. In de gang van zaken daar kon hij zich echter niet goed vinden. Zo werd hij bijvoorbeeld ongevraagd op de kandidatenlijst voor diaken gezet en meteen gekozen. Met de manier van verdeling onder de armen van de ingezamelde gelden was hij evenmin akkoord en al spoedig kreeg hij problemen met het gebrek aan leertucht. De wrijvingen namen toe tot hij tenslotte zijn attestatie in de bus vond; een teken dat men hem als lidmaat van de Hervormde kerk in de Lange Winkelstraat had geschrapt.
Drie weken later werd hij aangesproken door een kerkeraadslid, dat hem vroeg “Wanneer gaat ge hier een Gereformeerde kerk bouwen?” Daar bleef het niet bij en al spoedig ontstond een groepje met mannen als Verbrugghe, Van Doninck en Rooze die regelmatig bijeen kwamen. We schrijven 1886. Het duurde echter tot 1896 vooraleer de Generale Synode van Middelburg zou besluiten dat de arbeid in België moest gesteund worden, dat er geen beroep zou gedaan worden op de Belgische Zendingskerk (wat aanvankelijk door de Classis Klundert gedacht werd een optie te zijn) en dat de Gereformeerde Gemeente in Antwerpen aldus werd geïnstalleerd en de ambten officieel werden ingesteld. De bijeenkomsten werden nu gehouden in het lokaal van de Christelijke Jongelingsvereniging “Timotheus”. Deze vereniging zou geleidelijk trouwens geheel in Gereformeerde handen overgaan. Ze moest verhuizen en de diensten moesten om diverse redenen dikwijls op andere plaatsen doorgaan. Geregeld werden Gereformeerde dominees uit Nederland uitgenodigd als voorganger.
In 1899 kon een huis gehuurd worden, waar op 4 juni de eerste belijdenissen werden afgelegd (Gabriël en Frits Verbrugghe, Jan Rooze). In 1901 werd tenslotte een eigen predikant beroepen, ds. Kruiswijk. Deze overleed echter een jaar later reeds aan de pest, die toen in Antwerpen huis hield. In 1907 werd vernomen dat er een perceel grond te koop was in de Sanderusstraat op nr. 77, en 2 jaar later, op 14 maart 1909, werd daar de Gereformeerde Kerk van Antwerpen in gebruik genomen. De eerste belijdenissen in de nieuwe kerk werden gedaan door Maarten ter Haar, Cor Heerman, Bastiaantje Dekker en Julia Verbrugghe. De eerste dopen werden bediend aan Wouterina Blokland (tante Rineke) en Johanna Verbrugghe. Dit op 5 oktober 1911.
De gemeente groeide voorspoedig, zowel door (tijdelijke) inwijkelingen vanuit Nederland als door evangelisatie. Op het oksaal – waar vooral de jeugd plaats nam – werd een groot harmonium geplaatst. De jongelui konden zich meteen dan ook verdienstelijk maken door het met “pompen” aan de praat te houden.
In 1953 werd een orgelcommissie opgericht, die na rijp beraad een pijporgel met 2 manualen en pedaal en 10 spelen bestelde bij orgelbouwer Pels-Dhondt. Boven de preekstoel werd een balkon gebouwd, waarop het orgel tenslotte in het najaar van 1955 kon geplaatst worden. Dit was een belangrijke investering!
Behalve archivaris, was Johan Blokland tot 2018 organist van de gemeente. Na 63 jaar legde hij eind van dat jaar zijn functie neer. Zie hier de reportage in de Gazet van Antwerpen.